Geboorte. De meeste mensen denken dat baby’s of kleine kinderen geen spanning of stress in het lichaam kennen omdat ze zo jong en flexibel zijn. In de praktijk blijkt dit vaak anders te zijn. Een ogenschijnlijk gemakkelijke bevalling vraagt veel van de baby en de moeder. Tijdens het baren ondergaan bijvoorbeeld het babyhoofdje, de borstkas, de wervelkolom en het bekken enorme krachten. Zo worden de schedelbeenderen verschoven om het hoofdje te verkleinen en de uitdrijving door de bekkenopening mogelijk te maken. Omdat de structuren van het hoofd nog vervormbaar zijn, levert dit over het algemeen geen problemen op. Soms verloopt de bevalling echter minder soepel door langdurige weeën, trage ontsluiting of een vacuümverlossing. Dit kan van invloed zijn op de baby en daarmee een toekomstige verstorende factor zijn in de ontwikkeling van het kind. Het kind zal zich namelijk altijd proberen aan te passen aan de ontstane beperkingen. Een osteopatische controle en een eventuele behandeling na de bevalling, kunnen dan ook van grote waarde zijn voor de ontwikkeling van een kind!

Huilbaby’s. Wanneer een baby gedurende langere tijd meer dan drie uur per dag huilt, spreken we ook wel van een zogenaamde ‘huilbaby’. Soms is er niet direct een oorzaak aan te wijzen. De baby is onrustig of ontroostbaar, wil niet slapen of niet geknuffeld worden, eet niet goed, heeft een opgezet buikje of last van krampen. De osteopaat kan dan in veel gevallen iets betekenen. Zij bekijkt door middel van zachte aanraking van het lichaam bewegingsverlies in de schedel, en eventuele blokkades in nek of rug waaruit tal van klachten kunnen voortkomen, zoals een verminderde darmfunctie of slecht slikken. Vervolgens probeert Caroline de beweeglijkheid van de weefsels te verbeteren, waardoor het zenuwstelsel minder geprikkeld wordt. Hierdoor zal het kind gemakkelijker tot rust komen. De osteopaat ‘voelt’ als het ware wat het lichaam van de baby te vertellen heeft.

Reflux en darmkrampen. Reflux (spugen) en darmkrampen kunnen ontstaan door een overprikkeld zenuwstelsel. Een overprikkelde darm kan het gevolg zijn van een onbalans in het zenuwstelsel als gevolg van blokkades in het lichaam. Het corrigeren van die blokkades en het behandelen van de schedel maakt bijvoorbeeld de zenuw die vanuit de schedelbasis de darmen aanstuurt, minder geprikkeld wordt, waardoor de klachten afnemen.

Oor- en holteontstekingen. Terugkerende oorontstekingen hebben vaak te maken met een verminderde vochtafvoer van het middenoor via de buis van Eustachius. Deze kan worden belemmerd als schedelbotten waar de buis doorheen loopt, minder mobiel zijn. Ontstekingen van de holten zijn vaak de oorzaak van problemen in de vochtafvoer van het aangezicht. Hierdoor ontstaan keel- en luchtweginfecties.

KISS syndroom. De afkorting KISS staat voor “Kopfgelenk Induzierte Symmetrie Störungen” hiermee wordt een groep van asymmetriëen in de lichaamshouding bedoeld, die hun oorzaak vinden in de bovenste halswervels en schedel¬gewrichten. Niet alleen uit de praktijk, maar ook uit studies blijkt dat het functioneren van de bovenste nekgewrichten van groot belang is voor de houding en voor de motorische ontwikkeling van de pasgeborene. Zo wordt ook het zuig- en slikreflex beïnvloed door de schedelbasis en de eerste wervels.
Asymmetrie van de zuigeling is één van de duidelijkste symptomen van het KISS-syndroom. Sommige baby’s vertonen geen gedrag van veel of ontroostbaar huilen, waardoor het asymmetrisch liggen vaak te laat ontdekt wordt en de schedel zich soms al na 4 weken afplat. Osteopaten raden daarom aan om de baby na de geboorte te laten controleren en indien nodig te behandelen. Een schedelafplatting kan een asymmetrische ontwikkeling van het hele lichaam veroorzaken.
Niet elke schedelasymmetrie is een gevolg van het KISS-syndroom. Ook een bepaalde ligging of voorkeurshouding in de baarmoeder kan asymmetrie veroorzaken. Ook kunnen kinderen die met een mooi rond hoofdje ter wereld komen toch een schedelasymmetrie ontwikkelen als ze constant in dezelfde houding in de wieg liggen.
Hoewel het KISS-syndroom een lokaal fenomeen lijkt te zijn, is het vanuit osteopatisch oogpunt belangrijk om naar de totaliteit van het kind te kijken. Belangrijk om te vermelden is, dat er geen manipulaties of “kraken” van gewrichten worden toegepast, maar dat het hier gaat om een zachte osteopatische benadering.